Hoofdstuk 1 Basis programmabegroting

Hoofdstuk 1 Basis programmabegroting

Terug naar navigatie - Hoofdstuk 1 Basis programmabegroting

1.1  Basis Programmabegroting 2018-2021

Collegeprogramma 2014-2018
Het collegeprogramma met de financiële vertaling is op 26 juni 2014 aan de gemeenteraad ter kennisname aangeboden. De financiële vertaling van het collegeprogramma is als vertrekpunt genomen bij de opstelling van de Programmabegroting 2018-2021.

Uitgangspunten Programmabegroting 2018-2021
De uitgangspunten voor de Programmabegroting 2018-2021 zijn vastgesteld op 20 april 2017. De prijscompensatie voor de uitgaven en de inkomsten van 2018 is vastgesteld op 1%. Met ingang van begrotingsjaar 2016 wordt gebruik gemaakt van de prijsontwikkeling bruto binnenlands product (bbp) zoals opgenomen in de meest recente Septembercirculaire Algemene uitkering Gemeentefonds. In de Septembercirculaire 2016 is aangegeven dat de geraamde prijsontwikkeling BBP voor 2018 afgerond 1% bedraagt.

Bij vaststelling van de Belastingverordeningen 2015 op 18 december 2014 heeft de gemeenteraad ingestemd met een verhoging van de toeristenbelasting met € 0,05. Gelet op de bestuurlijke afspraken vindt een dergelijke verhoging om de 3 jaar plaats. Daarbij komt dat de jaarlijkse indexatie van de toeristenbelasting achterwege blijft. De driejaarlijkse verhoging met € 0,05 moet gezien worden als een andere invulling van de indexatie van de toeristenbelasting. De eerstvolgende verhoging is per 1 januari 2018.

In de raadsvergadering van 30 juni 2016 zijn verdere verhogingen van de toeristenbelasting voorgesteld ter dekking van de kosten voor het project Nieuwbouw Zwembad en Revitalisering sportpark de Wiltsangh. Naast de reguliere driejaarlijkse verhoging van € 0,05 zal ter dekking van het project Nieuwbouw zwembad en Revitalisering sportpark de Wiltsangh de toeristenbelasting wordt verhoogd met € 0,15. Dit sluit aan bij het dekkingsvoorstel zoals dit in juni 2016 door de gemeenteraad is vastgesteld. Aansluitend hierop is door de raad een motie ingediend om het resterende tekort voor het bovengenoemde project ook te dekken uit de recreatieve heffingen. Ook dit resulteert in een verhoging van € 0,05. De toeristenbelasting wordt in 2018 totaal verhoogd met € 0,25. Voor de forensenbelasting is vastgesteld dat deze evenredig met de toeristenbelasting wordt verhoogd. Dit leidt tot een stijging van de opbrengst forensenbelasting met 23,5%.

In de uitgangspunten is een salarisstijging voorgesteld van 2,5%. Voor 2017 bedraagt de totale stijging van de loonkosten voor werkgevers 1,8%. In de Programmabegroting 2017-2020 is rekening gehouden met een percentage van 1%. Voor 2018 voorziet het ABP een stijging van de pensioenpremiekosten voor de werkgever van 1%. De VNG en de vakbonden hebben op 4 juli 2017 een principeakkoord gesloten over de nieuwe Cao Gemeenten. De cao heeft een looptijd van 1 mei 2017 tot 1 januari 2019. De VNG heeft het principeakkoord met een positief advies voorgelegd aan haar leden. Het Bestuur van de VNG besluit op 5 oktober 2017 of de VNG het akkoord bekrachtigt. Het akkoord wordt definitief na bekrachtiging door de VNG en de vakbonden.

Het rentepercentage kapitaallasten is 1%. De jaarlijkse toevoeging aan reserves en voorzieningen voor inflatiecompensatie  bedraagt eveneens 1%.

Meicirculaire 2017
In de Meicirculaire wordt ingegaan op de ontwikkeling van de Algemene uitkering Gemeentefonds. In het volgende hoofdstuk wordt verder ingegaan op de Algemene uitkering.

1.2 Hoofdprioriteiten nieuw beleid 2018-2021
Bij vaststelling van de uitgangspunten voor Programmabegroting 2018-2021 door de gemeenteraad zijn een aantal prioriteiten voor nieuw beleid geformuleerd. In de Programmabegroting 2018-2021 zijn voor 2018 en verder een aantal onderwerpen als bestuurlijke wensen opgenomen.

Extra stimulans stichting Nunspeet uit de kunst
Stichting Nunspeet uit de Kunst (SNudK) wil haar ideeën (goede marketing en promotie van Nunspeet) via professionele en betaalde aanpak verwezenlijken.

Stimuleren/ontwikkelen paarse heide
Het stimuleren en ontwikkelen wordt gerealiseerd door het opzetten en uitvoeren van een maatregelprogramma voor het ontwikkelen/vergroten van het (paarse) struikheideareaal voor een meer paars heidelandschap. Voorlopig wordt uitgegaan van een aanpak van 40 hectare verspreid over de komende 4 jaar. De voorgestelde maatregelen zijn plaggen van Molinia(gras) en aanbrengen van mineralen in de vorm van steenmeel als anti-verzuringsmaatregel.

Herinrichting Stationsomgeving
In 2017/2018 wordt onderzoek gedaan naar de verbetering van de Stationsomgeving. Naast de mogelijkheden voor herinrichting van de Stationsomgeving wordt ook gekeken naar een veiligere oplossing voor de spoorwegovergang Elspeterweg. In 2018 wordt het onderzoek afgerond met oplevering van een onderzoeksrapport met een voorkeursvariant. Dit rapport zal aan de gemeenteraad worden aangeboden. Afhankelijk van het besluit wordt het onderzoek voortgezet en toegewerkt naar realisatie.

Onderwijshuisvesting
Voor uitvoering van het Huisvestingsplan ‘Extra oog voor de toekomst’ zijn extra structurele dekkingsmiddelen nodig. Daarnaast is in 2019 sprake van een piek in de benodigde dekkingsmiddelen. Dan komt IKC-Oost tot ontwikkeling en zijn er incidentele middelen nodig voor afboeking van de resterende boekwaarden en voor kosten inzake tijdelijke huisvesting.

Verhogen ambitieniveau handhaving
De laatste jaren is er mede vanwege deregulering een verschuiving merkbaar van vergunningverlening naar toezicht en handhaving. De raad heeft bij vaststelling van Programmabegroting 2017-2020 gevraagd om een voorstel over het ambitieniveau van de handhaving. Op 11 april 2017 heeft het college een discussiestuk over het ambitieniveau van de handhaving ter peiling aan de commissie Algemeen Bestuur voorgelegd en daarbij aangegeven wanneer de wens bestaat meer te handhaven, de financiële consequenties hiervan worden meegenomen bij de Programmabegroting 2018-2021. Het nadere voorstel ‘verhogen ambitieniveau handhaving’ is voor advies voorgelegd aan de commissie Algemeen Bestuur. De volgende componenten zijn als nieuw beleid opgenomen:

  1. Uitbreiding capaciteit directieteam VTH met 0,72 fte, ofwel 26 uur per week, voor de uitvoering van extra toezicht APV taken en extra  toezicht onrechtmatige bewoning door een Boa Domein.
  2. De aanpak van onrechtmatige bewoning per 1 januari 2018 niet meer via inhuur te laten plaatsvinden, maar voor deze taak de formatie van het directieteam VTH uit te breiden met 1 fte voor een juridisch medewerker.

Uitvoering toezicht en handhaving ‘Preventie- en handhavingsplan alcohol 2017-2021’
Op 20 april 2017 heeft de gemeenteraad het preventie- en handhavingsplan Alcohol 2017-2021 vastgesteld en besloten dat een voorstel voor nieuw beleid van € 5.000,-- aan de raad wordt voorgelegd voor bekostiging van toezicht- en handhavingsactiviteiten gericht op bewustwording van het belang van en naleving van regelgeving op het gebied van alcoholmatiging, zoals leeftijdscontroles door jeugdboa’s. Daarnaast wordt een voorstel voor nieuw beleid aan de raad voorgelegd om het toezicht en handhaving op grond van de Drank- en Horecawet structureel te borgen door de capaciteit uit te breiden van het directieteam VTH met 16 uur per week (kosten € 23.000,--).

Aanpak Marktplein en omliggend centrumgebied
Voorstel is de inrichting van het Marktplein te wijzigen om intensief gebruik van het Marktplein door diverse gebruikers te stimuleren en daarmee de levendigheid op het plein en in het centrum te versterken. De plannen voor het Marktplein worden nu uitgewerkt om in 2018 uitgevoerd te kunnen worden. Dan kunnen deelprojecten in het centrum, aansluitend op de centrumvisie en de ontwikkelingen van het Marktplein, uitgewerkt worden.

1.3 Uitgangspunten bestaand beleid
Op basis van bestaand beleid zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  1. Het bestaand beleid houdt in dat de ramingen voor de begroting 2018 zijn gebaseerd op de ramingen in Programmabegroting 2017-2020. Deze worden verhoogd met het vastgestelde percentage voor prijscompensatie. Zoals hiervoor aangegeven is dit percentage voor 2018 vastgesteld op 1%.
  2. De uitgangspunten zoals verwoord in de Financiële verordening 2017 gemeente Nunspeet en in de nota ‘Reserves en Voorzieningen herijking 2017’ zijn toegepast.

Onroerendezaakbelastingen (OZB)
Op grond van de vastgestelde uitgangspunten begroting 2018-2021 mag de OZB jaarlijks worden verhoogd met de prijscompensatie. Voor 2018 is dit vastgesteld op 1%. Daarnaast zijn de opbrengsten met de volgende percentages verhoogd:

  • Via het dekkingsvoorstel bij Programmabegroting 2017-2021 is ten aanzien van het nieuwe zwembad en revitalisering sportpark de Wiltsangh een OZB-verhoging van maximaal 3% vastgesteld. Deze verhoging is vanaf begrotingsjaar 2018 verwerkt.
  • Het beleid is dat van een verhoging van de gemeentelijke belasting alleen sprake is als gevolg van de jaarlijkse prijscompensatie én bij door de raad geaccordeerd nieuw beleid nadat eerst bekeken is welk oud beleid kan vervallen. Via het dekkingsvoorstel bij Programmabegroting 2017-2021 is in dit kader ten aanzien van bestuurlijke wensen een OZB-verhoging van 1% met ingang van 2018 vastgesteld. Deze verhoging is in Programmabegroting 2018-2021 verwerkt.


Deze uitgangspunten zijn vertaald in de programmabegroting. Het gaat hier uitsluitend over de (procentuele stijging van de) raming van de totale opbrengst uit OZB. Wat het uiteindelijke OZB-tarief moet worden, gelet op de benodigde opbrengst, wordt mede bepaald door een inschatting van het volume waarover kan worden geheven (de WOZ-waarde binnen de gemeente) en komt bij de vaststelling van de tarieven aan de orde.

Overige belastingen en rechten
Overeenkomstig bestaand beleid is bij de berekening van de tarieven voor de gemeentelijke belastingen en rechten rekening gehouden met het percentage dat is opgenomen voor de prijscompensatie. Van belang hierbij is op te merken dat de opbrengsten afvalstoffenheffing, rioolheffing, begraafplaatsen en weekmarkt rekening wordt gehouden met de kostendekkendheid.

Onvoorziene uitgaven
Op grond van artikel 8, lid 1 van het Besluit Begroting en Verantwoording is in de begroting een post voor ‘onvoorziene uitgaven’ opgenomen. In de begroting is een bedrag geraamd van € 88.900,--. Dit bedrag wordt gesplitst in onvoorziene uitgaven incidenteel (€ 63.500,--) en onvoorziene uitgaven structureel (€ 25.400,--).

Compensatie reserves en voorzieningen
Door aangepaste wet- en regelgeving is het niet toegestaan rente toe te voegen aan reserves en voorzieningen. Om reserves en voorzieningen op peil te houden wordt wel een inflatiecompensatie toegevoegd. Het compensatiepercentage voor 2018 is vastgesteld op 1%.

Het investeringsprogramma zoals dat in de lopende begroting en meerjarenbegroting is vastgesteld wordt beschouwd als bestaand beleid. Nieuwe investeringen worden als regel slechts in het laatste jaar van de meerjarenraming toegevoegd.

1.4 Financiële vertaling van bestaand en nieuw beleid

Resultaat Programmabegroting 2018-2021 (x €1.000,--)

(positief bedrag = lagere opbrengsten of hogere kosten)

 

 

 

 

 

 

2018

2019

2020

2021

 

 

 

 

 

Totaal bestaand beleid 2018-2021

314

-851

-1.016

-1.090

 

 

 

 

 

Nieuw beleid

 

 

 

 

Bestuurlijke wensen (incidenteel)

299

374

34

34

Bestuurlijke wensen (structureel)

189

292

542

589

Wijziging wetgeving (incidenteel)

175

205

265

10

Wijziging wetgeving (structureel)

154

141

139

138

Vervangingsinvestering (structureel)

32

55

55

93

Overige investeringen (incidenteel)

75

57

 

 

Overige investeringen (structureel)

303

361

367

408

Totaal nieuw beleid 2018-2021

1.227

1.485

1.402

1.272

 

 

 

 

 

Totaal financiële effecten begroting 2018-2021

1.541

684

386

182

 

 

 

 

 

Saldo bestaand beleid 2018
De jaarschijf 2018 laat op basis van het saldo bestaand beleid een negatief verschil zien ten opzichte van de jaarschijf 2018 in begroting 2017. De oorzaak hiervan ligt in de volgende ontwikkelingen:

  • De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens het systeem van 'samen de trap op en samen de trap af' hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. De jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voorvloeiend uit de trap op trap af-methode wordt ‘het accres’ genoemd. Voor 2018 laat het accres een positief effect zien. De Septembercirculaire 2016 meldt extra uitgaven voor defensie, veiligheid, zorg, onderwijs en armoede-bestrijding. De grote afwijking in positieve zin komt echter in de meerjarenraming vanaf 2018. Dit is het gevolg van het verwerken van de middellange termijn raming (MLT) van het Centraal Plan-bureau. In de Mei-circulaire 2016 ging die niet verder dan de huidige kabinetsperiode, dus tot en met 2017. Met ingang van de Septembercirculaire 2016 gaat dat ook verder voor de jaren erna. Tenslotte schat het ministerie van Financiën in dat gemeenten de komende jaren minder BTW declareren bij het rijk dan het daarvoor geldende plafond. In dat geval krijgen gemeenten het niet-gedeclareerde deel in het gemeentefonds gestort.
  • In de eerste hoofdlijnenrapportage 2017 is aangegeven dat de accountantskosten structureel hoger uitvallen dan geraamd.
  • In de raadsvergadering van 29 juni jl. heeft de raad ingestemd met de nota Armoedebeleid 2017-2018. In deze nota is aangegeven dat sprake is van structurele meerkosten minimabeleid. Deze meerkosten zijn als mutatie op het bestaande beleid aangemerkt.
  • Het financiële effect van de vastgestelde loon- en prijscompensatie.
  • Hogere bijdragen aan de gemeenschappelijke regelingen. Het Algemeen Bestuur (AB) van de VNOG heeft een besluit genomen over invoering van een nieuw verdeelmodel. Nunspeet is bij de invoering van het nieuwe verdeelmodel voordeelgemeente. Het AB heeft uiteindelijk besloten de financiële effecten van het verdeelmodel in een termijn van 4 jaar in te voeren. Op basis van de informatie die bekend was bij opstelling van de Programmabegroting 2017-2020 is in de gemeentelijke begroting uitgegaan van een snellere invoering van het verdeelmodel dan uiteindelijk door het AB is besloten.
  • Ten aanzien van de ontmanteling van het samenwerkingsverband Regio Noord Veluw (RNV) heeft de kwartiermaker een eindrapportage opgeleverd: ‘De kunst van het verbinden’. In de bijlagen bij deze rapportage wordt melding gemaakt van de frictiekosten. In de commissie Algemeen Bestuur van september 2017 is het uitvoerplan Samenwerking Noord-Veluwe ter kennisname aangeboden. De totale frictiekosten zijn berekend op € 4,5 miljoen. In de financiële verkenning is de Nunspeetse bijdrage aan de frictiekosten opgenomen. Overigens gaat na de frictiekosten de gemeentelijke bijdrage aan de RNV-opvolger naar beneden. Deze lagere bijdrage is als kostenverlaging opgenomen in het meerjarenperspectief.

Algemene uitkering
De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens het systeem van ‘samen de trap op en samen de trap af’ hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. De jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voorvloeiend uit de trap op-, trap af methode wordt het accres genoemd. Het accres van 2018 is fors hoger. Ruim tweederde van de accresontwikkeling wordt verklaard door de hogere inflatie die doorwerkt in een hogere loon- en prijsontwikkeling op de rijksbegroting. Voor de jaren 2018-2021 ligt de geraamde inflatie nu hoger dan ten tijde van de Miljoenennota 2017. Voor de berekening van de loon- en prijsontwikkeling voor de rijksbegroting is tevens de contractloonstijging voor de markt een belangrijke variabele. Deze is sinds de raming van de Miljoenennota 2017 ook opgelopen, voor het jaar 2017 met 0,2%-punt en voor 2018 zelfs 0,8%-punt.

Naast de nominale ontwikkelingen zijn er nog diverse mutaties binnen de rijksbegroting die van invloed zijn op de accresontwikkeling. Zo heeft het kabinet besloten om extra uit te geven als gevolg van de stijging van de pensioenpremie ABP. Verder zijn er mutaties bij de dividendstromen uit staatsdeelnemingen, extra uitgaven aan studieleningen en zijn de kasritmes door departementen aangepast door middel van zogenoemde kasschuiven.

De voorgenomen overheveling per 2018 van de integratie-uitkering Sociaal domein naar de algemene uitkering is uitgesteld. Het Rijk heeft ingestemd met het verzoek van de VNG om eerst afspraken te maken over de structurele indexering van de betreffende budgetten. Besluitvorming daarover is aan een nieuw kabinet zodat overheveling naar verwachting niet eerder dan met ingang van 2019 kan plaatsvinden.

Nieuw beleid
Voor nieuw beleid zijn in de Programmabegroting 2018-2021 kapitaallasten verwerkt. De kapitaallasten van het nieuwe beleid zijn ingedeeld in een aantal categorieën: lasten die voortvloeien vanuit een wettelijke verplichting, lasten die verband houden met vervangingsinvesteringen en lasten die betrekking hebben op overige bestuurlijke en vakinhoudelijke wensen. De overzichten zijn in de volgende bijlagen toegevoegd:

  • Bijlage A: overzicht voorstel te honoreren nieuw beleid Programmabegroting 2018-2021 per prioriteit.
  • Bijlage B: overzicht investeringen en uitgaven per programma 2018-2021.

Toelichting bijlagen
Aan de hand van de bijlagen A en B kan enerzijds het voorgestelde nieuwe beleid per prioriteit worden beoordeeld en anderzijds kan een totaaloverzicht worden gegeven van het nieuwe beleid per programma. Dit is de reden dat bijlage B is opgenomen.

1.5 Bijstelling van de programmabegroting
De begrotingspositie kan in structurele zin nog worden beïnvloed als gevolg van de uitkomsten Septembercirculaire Algemene uitkering Gemeentefonds en de hoofdlijnenrapportages 2017. Wanneer de uitkomsten van de hoofdlijnenrapportages 2017 structureel van invloed zijn op onze begrotingspositie (inclusief dekkingsplan) voor de jaren 2018-2021 wordt u via een afzonderlijke brief zo spoedig mogelijk (medio oktober 2017) geïnformeerd over de budgettaire effecten voor de begroting, inclusief eventuele wijzigingen in het dekkingsplan. De Programmabegroting 2018-2021 is geagendeerd voor de raadsvergadering van 26 oktober 2017. In deze vergadering kunt u een besluit nemen over een mogelijke bijstelling van de programmabegroting. Hierdoor is het mogelijk een eventuele aanpassing van de tarieven nog tijdig, voor 1 januari 2018, te behandelen.