Om inzicht te verschaffen in de robuustheid van de begroting van de gemeente bepaalt artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) dat in de paragraaf weerstandsvermogen een relatie wordt gelegd tussen de gemeentelijke weerstandscapaciteit en de risico’s.
Jaarverslag - Paragraaf Weerstandsvermogen
Weerstandscapaciteit
Terug naar navigatie - WeerstandscapaciteitDe weerstandscapaciteit bestaat uit de aanwezige middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwacht en aanzienlijk zijn, af te dekken. Weerstandsvermogen is dat deel van de weerstandscapaciteit dat niet nodig is voor afdekking van alle risico’s ofwel:
Weerstandsvermogen is weerstandscapaciteit minus totaal van alle risico’s
De omvang van de weerstandscapaciteit is van belang voor de beoordeling van de financiële positie van de gemeente. De weerstandscapaciteit omvat de mogelijkheden voor een gemeente om financiële tegenvallers (risico’s) op te kunnen vangen.
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen structurele en incidentele weerstandscapaciteit. Met het eerste worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de programma’s. Met de incidentele weerstandscapaciteit wordt bedoeld het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau.
Gemeente Nunspeet gebruikt in eerste instantie de incidentele weerstandscapaciteit om zowel incidentele als structurele tegenvallers te dekken. Mochten zich gedurende een jaar structurele tegenvallers voordoen, zonder dat daar meevallers tegenover staan, dan mogen deze eerst incidenteel worden afgedekt door middel van incidentele weerstandscapaciteit. Vervolgens zal hiervoor bij de eerstvolgende begroting structurele dekking gezocht worden. Lukt dit niet dan wordt de structurele weerstandscapaciteit als dekkingsmiddel ingezet.
Structurele weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit:
- Onvoorziene uitgaven structureel.
- Onbenutte belastingcapaciteit.
Incidentele weerstandscapaciteit
De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit:
- Het vrije deel van de algemene reserve
- De bestemmingsreserves.
- Stille reserves (gesteld op nihil).
- Onvoorzienbare uitgaven incidenteel.
Ad 1 Onvoorziene uitgaven
Artikel 8 (lid 1 en lid 6) van het BBV verplicht iedere gemeente een bedrag voor onvoorziene uitgaven op te nemen in de begroting. De post onvoorzien is een buffer voor externe onvoorzienbare tegenvallers. Deze dekt uitgaven die voldoen aan de drie “O’s” (Onvoorzien, Onvermijdbaar en Onuitstelbaar). Er is een bedrag geraamd van € 90.000,- Dit bedrag wordt gesplitst in onvoorzienbare uitgaven incidenteel € 64.000,- en onvoorzienbare uitgaven structureel € 26.000,-. Per ultimo boekjaar resteert van de onvoorziene uitgaven incidenteel € 42.853,- en van de onvoorziene uitgaven structureel € 26.000,-.
Ad 2 Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit is de verhouding tussen de opbrengst onroerendezaakbelastingen (OZB) versus het normtarief OZB-artikel 12 van de Financiële verhoudingswet (Fvw). Wanneer de algemene middelen van de gemeente aanmerkelijk en structureel tekort zullen schieten om in noodzakelijke behoeften te voorzien, kan een aanvullende uitkering worden aangevraagd. De Fvw bepaalt dat de eigen inkomsten van een gemeente een bepaald redelijk peil moeten hebben, wil zij in aanmerking komen voor een aanvullende uitkering op basis van artikel 12 Fvw. Daarbij gaat het om de eigen inkomsten uit:
1. de onroerendezaakbelastingen (OZB);
2. de rioolheffingen;
3. de afvalstoffenheffingen en reinigingsrechten
Voor 2024 is het percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 vastgesteld op 0,1595.
Onroerende zaakbelastingen
WOZ-waarde 2024
|
x € 1.000,- | x € 1.000,- |
Woningen | 4.805.989 | |
Niet-woningen eigenaar | 594.005 | |
correctie niet woning zonder vrijstelling |
-68.069 | |
Totaal | 5.331.925 | |
Tarief artikel 12 Financiële verhoudingswet: 0,1595% | 8.504 | |
Baten jaarrekening 2024 | 7.002 | |
Onbenut (uitgaande van netto baten) | 1.502 |
Ad 3 Het vrije deel van de algemene reserve, de vrije reserve en de bestemmingsreserve
Algemene reserve
De doelstelling van de algemene reserve is het tijdelijk opvangen van negatieve exploitatieresultaten en van onvoorziene ontwikkelingen waarvoor geen voorziening is getroffen. Per 31 december 2024 wordt er vanuit het rekeningsaldo € 3.605.940,- toegevoegd aan de algemene reserve. Hiervan is een bedrag van € 2.124.600,- vanuit de overhevelingen toegevoegd aan de Algemene Reserve.
Ad 4 Bestemmingsreserves
Bestemmingsreserves kunnen worden verdeeld in geblokkeerde of beklemde reserves en overige bestemmingsreserves. Onder geblokkeerde of beklemde reserves verstaan we reserves waarover niet (geheel of gedeeltelijk) vrij kan worden beschikt, omdat deze reserves worden gebruikt om structurele dekkingsmiddelen voor de gemeente begroting te genereren. Deze geblokkeerde of beklemde reserves maken geen onderdeel uit van de weerstandscapaciteit.
De overige bestemmingsreserves zijn gevormd voor een bepaald doel. De raad heeft de bevoegdheid de bestemming te wijzigen en deze in te zetten voor het opvangen van tegenvallers. De stand van de bestemmingsreserves op 31 december 2024 bedraagt € 50.9 miljoen. Een deel van de bestemmingsreserves is geblokkeerd vanwege de structurele inzet van de renteopbrengst als dekkingsmiddel. In onderstaand overzicht is aangegeven welke overige bestemmingsreserves niet geblokkeerd of beklemd zijn.
tabel overige bestemmingsreserves (niet geblokkeerd of beklemd) | |
Soort reserve | bedrag |
Reserve grote projecten |
6.557.000 |
Reserve duurzaamheid |
1.000.000 |
Reserve restauratie gemeentelijke monumenten | 202.000 |
Reserve bodemverontreiniging | 972.000 |
Reserve grondexploitatie |
6.651..000 |
Reserve wachtgeldverplichtingen | 554.000 |
Reserve onderwijshuisvesting |
1.162.000 |
Reserve 5 mei |
45.000 |
Reserve beschermd wonen |
4.362.000 |
Reserve BWS gelden | 1.200 |
21.506.200 |
Ad 5 Stille reserves
Bij stille reserves moet worden gedacht aan bezittingen die beneden de marktwaarde in de boeken staan en die zonder bezwaar direct te verkopen zijn. De gemeente heeft echter nauwelijks nog bezittingen anders dan panden en gronden die nodig zijn voor de grondexploitatie in haar bezit. De gemeente is aandeelhouder van NV Bank Nederlandse Gemeente (BNG), NV Alliander en waterleidingmaatschappij Vitens. Aangenomen kan worden dat de aandelen bij een eventuele verkoop meer opbrengen dan de boekwaarde. Er is hier dus sprake van een stille reserve. Deze ruimte kan echter niet direct benut worden onder het huidige beleid en de huidige taakuitvoering, omdat de inkomsten uit deze aandelen structureel geraamd zijn in de begroting.
Weerstandscapaciteit 2024
Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit 2024In onderstaande tabel wordt de weerstandscapaciteit voor de jaarrekening 2024 weergegeven:
tabel weerstandscapaciteit
Onderdeel weerstandscapaciteit |
Bedrag |
|
|
Structurele weerstandscapaciteit |
|
1. Onvoorzien structureel |
26.000 |
2. Onbenutte belastingcapaciteit |
1.502.438 |
|
|
Structurele weerstandscapaciteit |
1.528.438 |
|
|
Incidentele weerstandscapaciteit |
|
3. Vrije deel algemene reserve |
8.932.000 |
3. Vrije deel bestemmingsreserves |
21.506.200 |
4. Stille reserves |
0 |
5. Onvoorzien incidenteel |
64.000 |
|
|
Incidentele weerstandscapaciteit |
30.502.200 |
|
|
Totale weerstandscapaciteit |
32.030.638 |
|
|
Risico’s
Tegenover de hierboven geïnventariseerde weerstandscapaciteit staan de risico’s die de gemeente loopt. Deze risico’s zijn van uiteenlopende aard en hangen samen met onder andere de schaalgrootte en gemeente specifieke factoren. Het managen van deze risico’s wordt risicomanagement genoemd.
Risicomanagement in relatie tot het weerstandsvermogen
Terug naar navigatie - Risicomanagement in relatie tot het weerstandsvermogenBij risicomanagement gaat het om het uitvoeren van een systematisch en periodiek terugkerend proces van identificeren, beoordelen en kwantificeren van risico’s, het bepalen en uitvoeren van activiteiten en maatregelen die de kans van optreden en/of de gevolgen van risico’s, beheersbaar houden en het evalueren en rapporteren over de verschillende stappen in het proces.
Doelstellingen
De volgende doelstellingen streeft gemeente Nunspeet na met risicomanagement:
- Reduceren van de gevolgen van risico’s
- Voldoen aan wet- en regelgeving
- Actualisering van het weerstandsvermogen
- Verhogen van risicobewustzijn
- Beoordelen en optimaliseren van het weerstandsvermogen
Indeling risico’s
Gemeente Nunspeet hanteert voor de identificatie van de risico’s de volgende indeling:
- Juridische risico’s
- Financiële risico’s
- Personele / organisatorische risico’s
- Projecten en Strategische risico's
- Grondexploitatie en strategische aankopen risico’s
- Milieurisico’s
- Risico's verbonden partijen
- Risico’s sociaal domein
- Reguliere risico’s
Analyse en beoordelen van de risico’s
Terug naar navigatie - Analyse en beoordelen van de risico’sOm risico’s te kunnen beoordelen worden de kans en het (financiële) gevolg van elk risico bepaald. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van zogenaamde referentiebeelden. Als wordt geschat dat een risico zich bijvoorbeeld eenmaal in de tien jaar zal voordoen is de kans op optreden 10%. Als een risico zich eenmaal per jaar kan voordoen is de kans 90%. Bij 100% is het geen risico meer.
Daarna wordt per risico het financiële gevolg ingeschat in het geval het risico zich daadwerkelijk zou voordoen.
Hierna treft u twee tabellen met de indeling van de kansen en financiële gevolgen aan. Voor de beoordeling van de kans dat een risico daadwerkelijk optreedt hanteren we vijf klassen met de volgende referentiebeelden:
Klasse |
Aantal keren dat risico, zich naar verwachting voordoet |
Kans |
1 |
< 1 x per 10 jaar |
10% |
2 |
1 x per 5 – 10 jaar |
30% |
3 |
1 x per 2 – 5 jaar |
50% |
4 |
1 x per 1 – 2 jaar |
70% |
5 |
1 x per jaar of < |
90% |
Voor het bepalen van de financiële gevolgen wordt gebruik gemaakt van de volgende indeling:
Klasse |
Bandbreedte |
Financieel gevolg |
0 |
Geen gevolgen |
Geen |
1 |
€ 0 < € 5.000 |
Zeer laag |
2 |
€ 5.000 < € 25.000 |
Laag |
3 |
€ 25.000 < € 75.000 |
Midden |
4 |
€ 75.000 < € 250.000 |
Hoog |
5 |
>€ 250.000 |
Zeer hoog |
Het reële financiële gevolg wordt dus bepaald door de ‘Kans’ en het ‘Financiële gevolg’ met elkaar te vermenigvuldigen. De risico’s met het grootste financiële gevolg krijgen de hoogste prioriteit bij het beheersen van de risico’s.
a. Juridische risico’s
Terug naar navigatie - a. Juridische risico’sDwangsommen
Bij het niet tijdig beslissen is de Wet dwangsom en beroep van toepassing. Als gevolg hiervan kunnen burgers de gemeente in gebreke stellen en verbeurt de gemeente, na ontvangst van de ingebrekestelling, een dwangsom als niet tijdig op een aanvraag is beslist. In een procedure zijn werkafspraken gemaakt om beslistermijnen te bewaken. In 2024 is er 8 keer een ingebrekestelling ingediend. In geen van de zaken is de maximale dwangsom van € 1.442,- betaald.
Proceskosten
Voor bezwarenprocedures en (hoger) beroepsprocedures waarin de gemeente geheel of gedeeltelijk in het ongelijk wordt gesteld, wordt de gemeente veroordeeld in de proceskosten. De hoogte van de proceskostenvergoeding is gerelateerd aan het aantal proceshandelingen dat in de betreffende procedure is verricht. De afgelopen jaren is het aantal verzoeken dat wordt ingediend op grond van de Wet Open Overheid (Woo) hoog. De ontevredenheid over het optreden van de overheid neemt toe, dat is terug te zien in het aantal Woo verzoeken en bezwaren. Afgaande op de verzoeken die de afgelopen jaren zijn ingediend, leidt dit in enkele gevallen tot een verplichting om proceskosten te vergoeden. Per einde boekjaar zijn er geen lopende zaken waar de gemeente proceskosten zou moeten vergoeden.
Inkoop en aanbesteding
Door de invoering van de Aanbestedingswet 2012 is het risico van een juridische procedure toegenomen. Bij de keuze van een inkoopprocedure wordt uitgegaan van indicatieve bedragen. Dit geeft ruimte voor verschillen van inzicht en is daardoor een risico. Daarnaast is de economische situatie dusdanig, dat partijen eerder bereid zijn gunning via de rechter af te dwingen. Per einde boekjaar zijn er geen lopende zaken waar de gemeente en partijen verschillen van inzicht die kunnen leiden tot een juridische procedure.
Claims van derden
Bij het opstellen van de jaarrekening 2024 is een inventarisatie gehouden van de op dat moment bekende verzoeken of te verwachten verzoeken voor planschade en de diverse juridische procedures (afkoopbedrag; schadeclaims). Hiervoor is de voorziening Planschades en Juridische procedures gevormd. De risico’s voor planschade zijn zo veel mogelijk bij de initiatiefnemer ondergebracht. (Plan)schades die onvermijdelijk ten laste van de gemeente komen, worden ten laste van het rekening resultaat gebracht. Ook de kosten van het opstellen van een schadeanalyse komen ten laste van de gemeente. Omdat steeds meer juridisch adviesbureaus zich gaan specialiseren in planschaden, is het risico van schade-analysekosten steeds groter. In de begroting wordt hiermee geen rekening gehouden. In de voorziening is wel rekening gehouden met schade-analysekosten waarvan de melding bekend is. Ultimo 2024 zijn er geen claims in behandeling welke onvermijdelijk ten laste van de gemeente komen.
tabel juridische risico's |
S=Structureel I=Incidenteel |
|||
Risico |
S of I |
Kans van optreden |
Financieel gevolg |
Reëel financieel gevolg |
Dwangsom |
I |
50% |
20.000 |
10.000 |
Proceskosten |
I |
50% |
50.000 |
25.000 |
Inkoop en aanbesteding |
I |
10% |
100.000 |
10.000 |
Claims van derden |
I |
50% |
20.000 |
10.000 |
Totaal juridische risico's |
|
55.000 |
b. Financiële risico’s
Terug naar navigatie - b. Financiële risico’sFinanciële risico’s
Rente
Eind 2013 is de Wet verplicht schatkistbankieren van kracht geworden. Dit houdt in dat decentrale overheden verplicht hun liquide middelen aanhouden bij de Nederlandse schatkist. Tijdelijke overschotten aan liquide middelen kunnen niet uit oogpunt van een optimaal liquiditeitsbeheer in deposito uitgezet of tegen een gunstige rente op een spaarrekening bij een commerciële bank gezet worden. Dit kan in situaties met hogere rentetarieven een negatief effect op de rendementsverwachting hebben. Wel biedt de staat de mogelijkheid om overtollige gelden voor langere periodes in depot weg te zetten. Gezien de gemiddelde rentelast van het per 31 december 2024 met vreemd vermogen gefinancierde deel kan worden geconcludeerd dat de geraamde financieringsstructuur en in relatie hiermee ook het weerstandsvermogen van onze gemeente op 31 december 2024 als voldoende kan worden beoordeeld.
Omslagrente
De berekening van de renterisiconorm is opgenomen in de paragraaf financiering. Uit dit overzicht blijkt dat de gemeente een renterisico loopt. Wanneer de omslagrente lager is dan de marktrente ontstaat er een risico. Dit is een gevolg van het feit dat hieruit een financieel nadeel voortvloeit voor de begroting. Als het rentepercentage van aan te trekken leningen lager is dan de geraamde omslagrente (2024: 1,5%) blijft het renterisico acceptabel. In het afgelopen jaar heeft de ECB (Europees centrale bank) een ruim monetair beleid gevoerd. De verwachting is dat de kapitaalmarktrente (lange rente), gezien de verwachte economische ontwikkelingen (zoals economische groei, inflatie) in het komende jaar gaat stijgen. Op grond van deze conclusies is er op dit moment een renterisico dat beperkt is.
Gemeentefondsuitkeringen
In de Programmabegroting 2024-2027 is de raming van de uitkeringen uit het Gemeentefonds gebaseerd op de meicirculaire 2023. Vanaf 2023 is sprake van een herijking van de uitkering Gemeentefonds met als resultaat dat de voorheen budgettair neutrale onderdelen van het Sociaal domein niet meer op deze manier te berekenen zijn en een onderdeel vormen van het algemene deel van de uitkering. Deze herijking heeft bovendien geleid tot een afname van het aantal maatstaven waarop de berekening is gebaseerd. In de latere circulaires 2024 zijn door het ministerie voor diverse maatstaven actuele (soms al definitieve) aantallen opgenomen met als resultaat een hogere Algemene Uitkering. Dit voordelige resultaat is verwerkt in de jaarrekening.
Verstrekte garanties
In totaal zijn voor € 72.355.000,- aan gemeentegaranties waarover risico wordt gelopen, aan instellingen verstrekt (peildatum 31 december 2024). Dit zijn garanties voor geldleningen waar de gemeente samen met het Rijk een achtervangpositie inneemt. Deze garanties zijn in eerste instantie gegarandeerd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).
Aan particulieren is voor € 122.000,- (peildatum 31 december 2024) aan gemeentegaranties verstrekt Deze leningen zijn in eerste instantie gegarandeerd door de Nationale Hypotheek Garantie (NHG / onderdeel startersleningen). De gemeente heeft voor deze leningen een achtervangpositie. Gezien de kredietwaardigheid van de geldnemers van zowel instellingen als particulieren is het aan de garanties verbonden risico zeer gering.
Prijsstijgingen grondstoffen
Als gevolg van enkele mondiale oorzaken zijn de bouwkosten in Nederland nog steeds hoog. Omstandigheden díe daartoe bijdragen zijn onder meer de sancties tegen Rusland, de instabiele situatie in het Midden Oosten en de gewijzigde houding van Amerika ten opzichte de rest van de wereld. Dit brengt risico's en onzekerheid met zich mee voor zowel bestaande overeenkomsten als ook voor nieuw te sluiten overeenkomsten. Op balansdatum is rekening gehouden met de op dat moment bekende prijsstijgingen
De stijging van de prijzen in het jaar 2024 heeft gevolgen voor de uitgangspunten voor de programmabegroting 2026-2029. De effecten van de prijsstijgingen zijn op dit moment onzeker, waarbij ook de financiële impact nu onmogelijk te bepalen is. We monitoren onze risico’s voortdurend. Met betrekking tot de balansposities aangaande de grondexploitaties zijn deze met de kennis per 31 december 2024 beoordeeld op een toereikende waardering. De toename en ontwikkeling van de prijsstijgingen in 2024 kan mogelijk leiden tot onzekerheden aangaande de terugverdiencapaciteit van de grondexploitaties in 2025 en de jaren daarna. De raad wordt tussentijds geïnformeerd over de risico’s en beheersmaatregelen ten gevolge van deze prijsstijgingen.
tabel financiële risico's |
S=Structureel I=Incidenteel |
|||
Risico |
|
Kans van optreden |
Financieel gevolg |
Reëel financieel gevolg |
Rente |
S |
10% |
1.540.000 |
154.000 |
Omslagrente |
S |
10% |
88.000 |
8.800 |
Gemeentefondsuitkering |
S |
30% |
200.000 |
60.000 |
Prijsstijging grondstoffen |
S |
50% |
500.000 |
250.000 |
Spoortunnel |
S |
10% |
6.000.000 |
600.000 |
Sportpark de Wiltsangh |
S |
30% |
500.000 |
150.000 |
Opvang vluchtelingen |
S |
0% |
250.000 |
0 |
Totaal financiële risico's |
1.222.800 |
c. Personele / organisatorische risico’s
Terug naar navigatie - c. Personele / organisatorische risico’sPersonele / organisatorische risico’s
Op moment van opstellen van de jaarrekening is er geen verwachting op risico's/claims ten aanzien van personeel. Daarom wordt er financieel ook geen rekening gehouden met eventuele financiële gevolgen.
tabel personele/organisatorische risico's |
S=Structureel I=Incidenteel |
|||
Risico |
|
Kans van optreden |
Financieel gevolg |
Reëel financieel gevolg |
Personele / organisatorische risico's |
I |
30% |
100.000 |
30.000 |
Totaal personele/organisatorische risico's |
|
30.000 |
d. Projecten en strategische risico's
Terug naar navigatie - d. Projecten en strategische risico'sStationsomgeving
De Nunspeetse stationsomgeving gaat veranderen. De stationsomgeving krijgt een facelift waarbij de huidige spoorwegovergang plaats maakt voor twee afzonderlijke tunnels: één onderdoorgang voor gemotoriseerd verkeer en één voor langzaam verkeer met hierbij ook een toegang tot het perron. De officiële afronding van het project Stationsomgeving zal naar verwachting in het voorjaar van 2026 plaatsvinden. In de begroting is rekening gehouden met onvoorziene of tegenvallende gebeurtenissen daarom wordt het risico als klein ingeschat.
Onderwijshuisvesting
In 2023 heeft de gemeenteraad het Koersplan onderwijshuisvesting Nunspeet vastgesteld. In dit plan zijn alle toekomstige huisvestingsvraagstukken in het kader van onderwijs vertaald naar een planning met een financieel kader. Door juridische procedures loopt het project mogelijk vertraging op wat een financieel risico is.
De Wiltsangh
Het project, dat in 2019 door de gemeenteraad werd goedgekeurd. omvat de volgende onderdelen:
* Nieuwbouw Sportief Recreatiecentrum De Wiltsangh: Nieuwbouw Sportief Recreatiecentrum De Wiltsangh is afgerond op nazorgactiviteiten na in de komende periode
* Revitalisering sportpark de Wiltsangh: De revitalisering richtte zich met name op de buitensportaccommodaties, nieuwe parkeer- en groenvoorzieningen.
* Exploitatie Sportbedrijf Nunspeet: et Sportbedrijf verzorgt sinds twee jaar de exploitatie. Door ontwikkelingen op de markt valt deze exploitatie nadeliger uit dan verwacht. Op voorhand is rekening gehouden met minder in-komsten dan De Brake vanwege een andere horecasituatie en het type zwembad. In mei 2025 wordt deze definitieve verantwoording besproken in de commissie Maatschappij en Middelen en in de gemeenteraad.
Nieuw Feithenhof
Nieuw Feithenhof is de projectnaam voor de voorgenomen gebiedstransformatie van het oostelijk deel van het bedrijventerrein Feithenhof naar een nieuwe woonbuurt (600 woningen) met voorzieningen, werkplaatsen en woon-werk combinaties. De ontwikkeling van Nieuw Feithenhof is onderdeel van de integrale gebiedsontwikkeling van de stationsomgeving in Nunspeet. Mede gelet op de stikstof discussie moet er nog veel gebeuren voordat het project van start gaat.
MFA Locaties
De vrijkomende locaties na de bouw van de MFA zijn geprognosticeerd op een bepaalde opbrengst. Nog één (verhuurde) onroerende zaak moet worden verkocht.
Tabel Projecten en strategische risico's | S=Structureel I=Incidenteel | |||
Riscio | Kans van optreden | Financieel gevolg | Reëel financieel gevolg | |
Stationsomgeving | I | 10% | 900.000 | 90.000 |
Onderwijshuisvesting | I | 30% | 1.457.000 | 437.100 |
De Wiltsangh | I | 30% | 554.000 | 166.200 |
Nieuw Feithenhof | I | 10% | 11.000.000 | 1.100.000 |
MFA Locaties | I | 10% | 5.087.000 | 508.700 |
Totaal Projecten en strategische risico's | 2.302.000 |
e. Grondexploitatie en strategische aankopen risico’s
Terug naar navigatie - e. Grondexploitatie en strategische aankopen risico’sGrondexploitatie
Voor de grondexploitaties zijn de ramingen van de nog te realiseren kosten en opbrengsten geactualiseerd, resulterend in een bijstelling van het verwachte resultaat op eindwaarde. Deze actualisatie heeft plaatsgevonden aan de hand van de inzichten op peildatum 1-1-2025, waaronder contractuele verplichtingen, geformuleerde beleidsuitgangspunten en ontwikkelingen op de markt voor gebiedsontwikkeling. Als dit resulteert in een neerwaartse bijstelling van de resultaten, wordt onderzocht op welke wijze dit kan worden gecompenseerd.
De reserve grondexploitatie kent een bodembedrag (financiële buffer) die wordt aangehouden om risico’s binnen de grondexploitaties (in voorbereiding) en strategische aankopen op te kunnen vangen. Tussentijdse winstnemingen uit de grondexploitaties worden voorzichtigheidshalve binnen de reserve grondexploitatie gehouden totdat de projecten zijn afgerond. Jaarlijks vindt op grond van artikel 12, lid 1 van de Financiële verordening van de gemeente Nunspeet en artikel 212 van de Gemeentewet de bijstelling plaats na het vaststellen van de jaarrekening.
Toelichting per grondexploitatie
Molenbeek
Het project Molenbeek bevindt zich in de laatste fase en de nog resterende risico’s zijn beperkt in omvang. Er moet nog een deel woonrijp worden gemaakt en de verwachting is dat in 2025 de laatste kavel wordt verkocht voor de 4 CPO-woningen naast de supermarkt. Het resultaat op eindwaarde, rekening houdend met de al genomen winstnemingen, is nog circa € 130.000,- positief. Omdat ook de boekwaarde positief is (meer opbrengsten gerealiseerd dan kosten), is het risico verdwenen dat de gemeente met een verlies achterblijft in het worst case scenario. Ook als de nog te maken kosten voor het woonrijp maken van de boekwaarde worden afgetrokken blijft de boekwaarde positief. Daarom is Molenbeek niet meer meegenomen in het benodigde weerstandsvermogen.
Weversweg
In maart 2024 is een nieuw bestemmingsplan voor Weversweg door de raad vastgesteld, waardoor er 37 woningen aan het plan worden toegevoegd. Bij de vaststelling van de grondexploitatie Weversweg fase 2 was het tekort € 842.000,- en voor dit tekort is een verliesvoorziening getroffen. Het actuele tekort per 1-1-2025 komt lager uit op € 408.000,-, dus er kan bij de jaarrekening 2024 een deel van de verliesvoorziening vrijvallen. Dit is met name het gevolg van de hogere grondprijzen in de vastgestelde Nota Grondprijzen 2024-25. In 2025 wordt begonnen met het bouwrijp maken van Weversweg fase 2.
De Kolk
Het oorspronkelijke deel van bedrijventerrein De Kolk is afgerond en het deel GPS wordt op dit moment bouwrijp gemaakt. De risico’s liggen vooral in overschrijdingen van de kosten voor het bouw- en woonrijp maken en in vertraging van de kaveluitgifte. Voor het jaar 2024 wordt een deel van de eerder genomen winst teruggedraaid en het positieve resultaat in het project is nog circa €1,4 miljoen.
Bedrijventerrein Elspeet
De werkzaamheden op het voorste deel van het bedrijventerrein zijn afgerond en deze kavels kunnen in 2025 worden uitgegeven, maar de aanleg van fase 2 heeft vertraging opgelopen. Er zijn veel kosten gemaakt vanwege aanvullende maatregelen en extra plankosten. Het verwachte eindresultaat was vorig jaar nog € 0,3 miljoen euro positief, maar laat nu een negatief saldo zien van € 1,5 miljoen euro. Er wordt een verliesvoorziening getroffen voor dit verwachte negatieve saldo. Verdere vertraging en een gebrek aan belangstelling voor de kavels is eveneens een risico.
Kijktuinen
Alle grondopbrengsten voor het project Kijktuinen zijn gerealiseerd. Het woonrijp maken van het gebied kan nu worden afgerond en de verwachting is dat het project eind 2026 kan worden afgesloten. Het eindresultaat is nog circa € 250.000,- positief en de risico’s zijn beperkt. Voor Kijktuinen geldt dat als de nog te maken kosten voor het woonrijp maken van de boekwaarde worden afgetrokken de boekwaarde positief is. Daarom is het project niet meer meegenomen in het benodigde weerstandsvermogen
Hullerweg
In 2023 is de grondexploitatie Hullerweg vastgesteld en een deel van de autosloperij aangekocht. Er is begonnen met de voorbereidingen voor het wijzigen van het omgevingsplan en een overeenkomst gesloten met Liander over afname van de grond. De grond wordt in 2025/26 gesaneerd en bouwrijp gemaakt, waarna de verkoop in 2026 plaatsvindt. Het resultaat voor de grondexploitatie Hullerweg wordt verwacht op € 0,1 miljoen euro positief. Het belangrijkste risico in het project is de bodemsanering.
't Hul Noord
In april 2024 is de grondexploitatie ’t Hul Noord vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in 750 woningen en een onderwijsvoorziening. Voor het verwachte tekort op het project van € 3,0 miljoen euro wordt een verliesvoorziening getroffen. Omdat ’t Hul Noord een grote financiële omvang heeft, een lange looptijd en de gemeente een actieve rol inneemt (o.a. in de grondverwerving) zijn de risico’s in dit project relatief groot. Daarom is voor ’t Hul Noord een risicodossier opgesteld waarin het risico-bedrag uitkomt op € 1,5 miljoen euro. Dit bedrag wordt meegenomen in het bodembedrag van de reserve grondexploitatie en in de onderstaande tabel voor het bepalen van de risico’s binnen de grondexploitaties.
Grondexploitaties en strategische risico's
Het financiële gevolg en de kans van optreden van de risico’s in de grondexploitatie zijn in onderstaande tabel weergegeven. Het financiële gevolg is gebaseerd op het worst case scenario. Dit zijn de boekwaardes per 31 december 2024 van de grondexploitaties, er vanuit gaande dat de gemaakte investeringen niet kunnen worden terugverdiend als het project in een worst case scenario volledig komt stil te vallen. Ten opzichte van de stand in de programmabegroting 2025-2028 zijn de risico’s per saldo toegenomen (afgerond € 1,1 miljoen euro) als gevolg van de gemaakte investeringen voor Bedrijventerrein De Kolk en het risicobedrag voor ’t Hul Noord.
Tabel Grondexploitatie en strategische risico's
S=Structureel I=Incidenteel |
||||
Risico |
|
Kans van optreden |
Financieel gevolg |
Reëel financieel gevolg |
Molenbeek |
I |
0% |
0 |
0 |
Hullerweg |
I |
30% |
2.399.072 |
719.722 |
Weversweg |
I |
30% |
763.022 |
228.907 |
De Kolk |
I |
30% |
5.603.380 |
1.681.014 |
Bedrijventerrein Elspeet |
I |
30% |
5.397.357 |
1.619.207 |
Kijktuinen |
I |
0% |
0 |
0 |
't Hul Noord |
I |
0% |
0 |
1.524.625 |
Totaal grondexploitatie en strategische risico's |
|
5.773.474 |
f. Milieurisico’s
Terug naar navigatie - f. Milieurisico’sHet algemeen beleid op dit punt is dat de kosten van een eventuele sanering worden verhaald op de veroorzaker. Is dit niet meer mogelijk, dan wordt bij een mobiele verontreiniging (een zich verplaatsende verontreiniging) gesaneerd en bij een immobiele verontreiniging nagegaan of er gevaren zijn voor de volksgezondheid. Is dit het geval, dan volgt sanering (zo mogelijk binnen de begrote budgetten). Is dit niet het geval, dan wordt nagegaan of op een nader te bepalen geschikt moment sanering mogelijk is op een manier die effectief en doelmatig is (ook in relatie tot de hiermee gepaard gaande financiële middelen). Voor de bekende bodemverontreinigingen is de reserve bodemverontreiniging gevormd.
S=Structureel I=Incidenteel |
|||
|
Kans van optreden |
Financieel gevolg |
Reëel financieel gevolg |
Bodemverontreiniging |
10% |
150.000 |
15.000 |
Totaal milieu en bodemverontreiniging risico's |
|
15.000 |
g. Verbonden partijen
Terug naar navigatie - g. Verbonden partijenDe gemeente is financieel mede aansprakelijk voor een aantal samenwerkingsverbanden (paragraaf Verbonden partijen).
Directe deelnemingen in vennootschappen:
- Bank Nederlandse Gemeenten NV;
- NV Alliander;
- Vitens NV
- NV Afvalsturing Friesland;
- NV Inclusief Groep.
Overige deelnemingen:
- Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe;
- Omgevingsdienst Noord-Veluwe (per 1 januari 2024: Omgevingsdienst Veluwe);
- Leasurelands;
- Coöperatie Gastvrije randmeren
- Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland;
- Stichting Primair Openbaar Onderwijs Noord-Veluwe;
- Sportbedrijf Nunspeet;
- Gemeentelijke of gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD) Gelre-IJssel.
Per verbonden partij is een risicoanalyse gemaakt. Via deze risicoanalyse wordt gekeken naar de mate van risico die de gemeente bij de verbonden partijen loopt. Bij sommige verbonden partijen is een beoordeling op cijfers lastig. Bij deze verbonden partijen is gekeken naar de bijdrage die de gemeente levert en het financiële nadeel dat de gemeente loopt bij een eventueel faillissement. Hierbij is een inschatting gemaakt van de kans dat een faillissement zich voordoet.
Van de directe deelnemingen in vennootschappen is de nominale waarde van het belang van onze gemeente in de vennootschap als risico opgenomen, verhoogd met de ontvangen dividenden. Van de overige deelnemingen in vennootschappen is als financieel gevolg opgenomen de jaarbijdrage.
De kans van optreden wordt geclassificeerd met risico laag, gemiddeld of hoog. Per verbonden partij is het risico (kans van optreden) op grond daarvan, uitgedrukt in een percentage. De toelichting op de belangen voor onze gemeente vindt u terug in de paragraaf verbonden partijen. In onderstaande tabel zijn de risico’s per verbonden partij uitgedrukt in geld. Bij een kans van optreden die als “laag” is gekwalificeerd, is rekening gehouden met een percentage van 10%. Bij een ‘hoge’ kwalificatie is een percentage van 30%, 50% of 70% aangehouden, afhankelijk van de inschatting van de kans van optreden. Er is één deelneming (de Inclusief Groep) waarbij het risico voor de gemeente Nunspeet als “zeer hoog” wordt ingeschat. Dit houdt verband met de teruglopende subsidie-inkomsten die op korte termijn niet worden gecompenseerd door een hoger operationeel resultaat.
tabel risico's verbonden partijen |
S=Structureel I=Incidenteel |
|||
Risico |
|
Kans van optreden |
Financieel gevolg |
Reëel financieel gevolg |
NV Bank Nederlandse Gemeenten |
I |
10% |
349.850 |
34.985 |
NV Alliander |
I |
10% |
332.424 |
33.242 |
NV Vitens |
I |
10% |
4.062 |
406 |
NV Afvalsturing Friesland |
I |
10% |
59.908 |
5.991 |
Streekarchivaat Noordwest Veluwe |
I |
10% |
266.000 |
26.600 |
Omgevingsdienst Noord Veluwe |
I |
10% |
785.000 |
78.500 |
Leisurelands (recreatiegemeenschap Veluwe) |
I |
10% |
0 |
0 |
Coöperatie Gastvrije randmeren |
I |
10% |
29.000 |
2.900 |
Veiligheidsregio Noord Oost Gelderland |
I |
10% |
1.700.000 |
170.000 |
Inclusief Groep |
I |
90% |
687.000 |
618.300 |
Stichting Primair Openbaar Onderwijs Noord Veluwe |
I |
10% |
0 |
0 |
GGD Gelre-IJssel |
I |
10% |
613.000 |
61.300 |
Sportbedrijf Nunspeet |
I |
90% |
706.000 |
635.400 |
Totaal risico's verbonden partijen |
|
1.667.624 |
h. Risico’s sociaal domein
Terug naar navigatie - h. Risico’s sociaal domeinMet ingang van 2019 is de financiering niet meer gebaseerd op een integreerbaar deel maar is deze opgenomen in de Algemene Uitkering, net als alle andere gemeentelijk taken. Tevens bestaat er nog een Reserve Sociaal Domein.
WWB / Participatiewet (Buig)
In de begroting word uitgegaan van een budgettaire raming voor de uitkeringen en de te ontvangen rijksbijdrage, de zogenaamde BUIG gelden. Als blijkt dat de uitgaven op de uitkeringen hoger zijn dan de rijksbijdrage, kan onder voorwaarden een aanvullende uitkering bij het Rijk worden aangevraagd. Hierbij geldt dat de eerste 7,5% van de rijksbijdrage voor rekening van de gemeente komt. Voor het tekort op de uitkeringen tussen 7,5% en 12,5% van de voor dat jaar toegekende rijksbijdrage, geldt dat van dit bedrag 50% op basis van deze regeling kan worden aangevraagd en vergoed. Om in aanmerking te komen voor een aanvullende uitkering moet sprake zijn van een goedkeurende accountantsverklaring en een door de gemeenteraad vastgesteld verbeterplan. Een tekort moet ten laste gebracht worden van de lopende exploitatie. Via de tussenrapportages worden eventuele afwijkingen aangegeven.
Jeugdwet
Sinds het inwerking treden van de Jeugdwet in 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp. Het Centrum voor Jeugd en Gezin vormt de toegang voor de niet vrij-toegankelijke jeugdhulp. Naast het Centrum voor Jeugd en Gezin kunnen ook huisartsen, praktijkondersteuners, medisch specialisten en de rechter in geval van jeugdbescherming en jeugdreclassering verwijzen naar niet vrij toegankelijke jeugdhulp. Ongeveer 50% van alle verwijzingen loopt via een huisarts en praktijkondersteuner, met name de verwijzingen naar JGGZ. Op deze trajecten heeft de gemeente niet direct invloed. Door het creëren van een hoogwaardige toegang hopen we het percentage verwijzingen dat via het CJG loopt te verhogen en het percentage verwijzingen dat via de huisartsen loopt te verlagen en zo het beroep op zwaardere jeugdhulp te laten afnemen.
De uitgaven voor jeugdzorg laten de laatste jaren een aanmerkelijke groei zien. Dit is een landelijke ontwikkeling. Er is sprake van sterke toename van complexiteit en behandeltijd en een toename van het aantal cliënten. Toename is met name te zien bij de ambulante begeleiding (regulier en specialistisch) en bij de GGZ hulp specialistisch. Op dit moment constateren we een regionale ontwikkeling waarbij het budget dat door het rijk beschikbaar wordt gesteld flink zal worden overschreden. Wel zijn er maatregelen ingezet om te komen tot een betere indicatiestelling met een mogelijke andere zorgvorm die leidt tot lagere uitgaven voor de hulpverlening.
Daarnaast hebben we te maken met een bezuinigingstaakstelling sinds het inwerking treden van de Jeugdwet. De transformatieslag die hiervoor gemaakt moet worden neemt meerdere jaren in beslag. Beoogde effecten (afname van problematiek en van jeugdhulpkosten) zullen daarom pas na een aantal jaren zichtbaar worden.
tabel risico's sociaal domein |
S=Structureel I=Incidenteel |
|||
Risico |
|
Kans van optreden |
Financieel gevolg |
Reëel financieel gevolg |
WWB |
S |
10% |
449.000 | 44.900 |
Jeugdwet |
S |
50% |
3.600.000 |
1.800.000 |
Totaal risico's sociaal domein |
|
1.844.900 |
i. Reguliere risico’s
Terug naar navigatie - i. Reguliere risico’sBTW-compensatiefonds / SPUK
Per 1 januari 2003 is het btw-compensatiefonds ingevoerd. Uit het fonds krijgen gemeenten de betaalde btw op nota’s van derden gecompenseerd, met uitzondering van de btw die wordt betaald over onderwijsuitgaven en de btw die samenhangt met de subsidiëring van derden. Tegenover deze lagere lasten voor de gemeente staat een uitname uit het Gemeentefonds. Dit houdt in dat de invoering van het btw-compensatiefonds voor de gemeenten gezamenlijk geen voordeel heeft. Voor een individuele gemeente kan de invoering van het btw-compensatiefonds echter wel gevolgen hebben. Vanaf 2019 loopt de gemeente Nunspeet risico over de voorschotregeling BCF. Hiermee is reeds rekening gehouden in de financiële verkenning en de meerjarenraming. Sinds een aantal jaren is de BTW op sport niet meer verrekenbaar. Hiervoor is de zogenaamde SPUK-regeling in werking getreden. Deze regeling is bedoeld om BTW t.a.v. sport te compenseren. Echter is er een totaalbedrag voor alle gemeenten beschikbaar. Het kan dus zijn dat er naar rato uitbetaald wordt en niet de totale aanvraag. Aangezien het ingediende bedrag t.a.v. sport groot is, gezien het project De Wiltsangh, loopt de gemeente hier een risico. Daarom wordt in de risicoparagraaf rekening gehouden met een eventueel lagere uitkering.
Vennootschapsbelasting
Vanaf 2016 moeten de gemeenten vennootschapsbelasting betalen over de winsten die ze met hun ondernemingsactiviteiten maken. Het financiële gevolg daarvan voor onze gemeente is naar verwachting gering. Voor de uitoefening van haar publieke taak levert de vennootschapsbelasting voor de gemeente geen risico op.
Tegenvallende subsidieverwachtingen
Een risico dat gelopen wordt, is dat projecten of activiteiten worden uitgevoerd die (deels) gedekt worden door subsidies vanuit de Provincie. Wanneer achteraf blijkt dat er niet voldaan wordt aan de subsidievoorwaarden, ontstaat het risico van een dekkingstekort. Tot op heden is steeds voldaan aan de subsidievoorwaarden. Voor de bepaling van het weerstandsvermogen wordt daarom het risico vooralsnog op nihil gesteld.
Gemeentelijke gebouwen
De gemeente heeft verschillende gebouwen in eigendom. Er worden daarbij verschillende risico’s gelopen. De belangrijkste risico’s zijn: asbest, legionellabesmetting, brandveiligheid, veilig werken op daken en wateraccumulatie. De risico’s worden per gebouw geïnventariseerd en in kaart gebracht. Op het gebied van asbest worden de grootste risico’s gelopen. Van de meeste gemeentelijke gebouwen is de asbestsanering uitgevoerd. Van enkele gemeentelijke woningen en kleine objecten moeten de inventarisaties nog plaatsvinden.
tabel reguliere risico's |
S=Structureel I=Incidenteel |
|||
Risico |
|
Kans van optreden |
Financieel gevolg |
Reëel financieel gevolg |
Btw compensatiefonds / SPUK |
I |
10% |
150.000 |
15.000 |
Vennootschapsbelasting |
I |
30% |
150.000 |
45.000 |
Tegenvallende subsidieverwachtingen |
I |
0% |
0 |
0 |
Gemeentelijke gebouwen |
I |
30% |
20.000 |
6.000 |
Totaal reguliere risico's |
|
66.000 |
Beheersing van risico’s
Terug naar navigatie - Beheersing van risico’sVoor elk risico moet een keuze gemaakt worden uit de volgende maatregelen:
- Vermijden: het beleid waar een risico door ontstaat, wordt beëindigd of op een andere manier vormgegeven of er wordt geen beleid gestart dat een risico met zich meebrengt.
- Verminderen: het risico wordt afgedekt via een verzekering, een voorziening of een ander budget in de begroting zodat de gevolgen van een risico worden beperkt.
- Overdragen: dit kan door het beleid dat een risico met zich meebrengt, te laten uitvoeren door een andere betrokken partij, die daarbij ook de financiële risico’s overneemt.
- Accepteren: risico’s kunnen ook bewust genomen worden. Als een risico niet wordt vermeden, verminderd of overgedragen, wordt een risico geaccepteerd en moet de eventuele financiële schade volledig via de weerstandscapaciteit gedekt worden
Financiële vertaling van de risico’s
Terug naar navigatie - Financiële vertaling van de risico’sVoor vrijwel alle financiële risico’s die zijn te voorzien en kwantificeerbaar zijn, zijn toereikende voorzieningen of bestemmingsreserves gevormd. Van de risico’s die van materiële betekenis en niet goed te kwantificeren zijn, is een financiële vertaling gemaakt zodat deze risico’s meegenomen worden bij het bepalen van het weerstandsvermogen. Van onderstaande risico’s is de kans van optreden uitgedrukt in een percentage. Het reële financiële gevolg wordt berekend door dit percentage te vermenigvuldigen met het financiële gevolg.
Tabel totalen incidentele en structurele risico's | |
Risico | Reëel financieel gevolg |
Structurele risico's: | |
Financiële risico's | 1222.800 |
Personele risico's | 0 |
Sociaal domein | 1.844.900 |
Totaal structureel | 3.067.700 |
Incidentele risico's | |
Juridische risico's | 55.000 |
Financiële risico's | 0 |
Personele risico's | 30.000 |
Strategische risico's |
2.302.000 |
Grondexploitaties | 5.773.474 |
Milieu en bodemverontreiniging | 15.000 |
Verbonden partijen | 1.667.624 |
Reguliere risico's | 66.000 |
Totaal incidenteel | 9.909.099 |
Totaal risico's | 12.976.799 |
Beoordeling weerstandsvermogen
Terug naar navigatie - Beoordeling weerstandsvermogenOm te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, moet de relatie gelegd worden tussen de hierboven genoemde financieel vertaalde risico’s en de eerder genoemde beschikbare weerstandscapaciteit. Dit wordt uitgedrukt in een ratio. De berekeningswijze van de ratio weerstandsvermogen is als volgt:
Ratio weerstandsvermogen: Beschikbare weerstandscapaciteit / Benodigde weerstandscapaciteit
Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen wordt gebruikt gemaakt van onderstaande waarderingstabel:
Ratio |
Betekenis |
> 2,0 |
Uitstekend |
1,4 tot 2,0 |
Ruim voldoende |
1,0 tot 1,4 |
Voldoende |
0,8 tot 1,0 |
Matig |
0,6 tot 0,8 |
Onvoldoende |
< 0,6 |
Ruim onvoldoende |
Kwantificering van de incidentele risico’s in tijd en geld, waarvoor de gemeente geplaatst zou kunnen worden is arbitrair. Geconstateerd kan worden dat het incidentele weerstandsvermogen onvoldoende is. Daartegenover is het structurele weerstandsvermogen ruim voldoende. In onderstaande tabel zijn de structurele en incidentele weerstandscapaciteit versus de structurele en incidentele risico’s, weergegeven.
Ratio weerstandsvermogen 32.030.638/12.976.799 = 2,5
Met een uitkomst van het ratio weerstandsvermogen van 2,5 kan worden geconcludeerd dat het totale weerstandsvermogen nog steeds als uitstekend kan worden aangemerkt. De verlaging (2023: 4,1) van deze ratio wordt veroorzaakt door de toename van de risico's op het gebied van verbonden partijen, strategisch risico's en de grondexploitatie.
Continuïteit
Gemeente Nunspeet heeft een sluitende meerjarenbegroting daarnaast geven de kengetallen in deze paragraaf inclusief het weerstandsrisico nog geen reden tot twijfel of gemeente Nunspeet haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten. Wel zijn de gelden die we als gemeente van het Rijk ontvangen, onzeker.
Tabel totaal incidenteel en structureel weerstandsvermogen | ||||
Weerstands capaciteit |
Risico's |
Weerstands vermogen |
||
30.502.200 | 9.909.099 | 20.593.101 | ||
1.528.438 | 3.067.700 | -1.539.262 | ||
Totaal | 32.030.638 | 12.976.799 | 19.053.839 |
Toekomstige ontwikkelingen
Terug naar navigatie - Toekomstige ontwikkelingenDe prognose van de risico’s voor de komende jaren voor de gemeente Nunspeet is als volgt:
De verwachting is dat de totale weerstandscapaciteit voldoende zal zijn voor de financiële gevolgen van de risico’s.
Grondexploitatie en strategische aankopen
In de komende jaren worden de volgende projecten verder ontwikkeld / afgerond: het bedrijventerrein De Kolk, Weversweg, Bedrijvenstrip Elspeet, de Kijktuinen, 't Hul Noord, Feithenhof en de mogelijke ontwikkelingen van strategische aankopen.
De kosten van jeugdzorg nemen toe. De vergoedingen van het Rijk staan onder druk. De komende jaren neemt de druk op de jeugdzorg verder toe. Aanpassing van het jeugdzorgbeleid wordt een steeds een reëlere optie.
Ook zien we dat de decentralisatie in het sociaal domein gepaard is gegaan met een bezuinigingstaakstelling, terwijl organisaties en gemeenten onvoldoende tijd hebben gehad om de daarvoor noodzakelijke transformatieslag te kunnen maken. Beoogde effecten blijven met name bij het onderdeel jeugd uit. Zo wordt nu fors geïnvesteerd in de toegang tot jeugdhulp (Stichting Jeugd Noord-Veluwe), terwijl het beroep op zwaardere hulp nog onvoldoende afneemt. Daar tegenover staan nog wel extra incidentele middelen welke zijn ontvangen via de Algemene Uitkering.
Tabel prognose meerjarige incidentele en structurele risico's | |||||
Risico | Financieel gevolg | ||||
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | ||
Structurele risico's | |||||
Financiële risico's | 1.222.800 | 1.522.800 | 1.822.800 | 2.122.800 | |
Personele risico's | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Sociaal domein | 1.844.900 | 1.844.900 | 2.344.900 | 2.344.900 | |
Totaal structurele risico's | 3.067.700 | 3.367.700 | 4.167.700 | 4.467.700 | |
Incidentele risico's | |||||
Juridische risico's | 55.000 | 55.000 | 55.000 | 55.000 | |
Financiële risico's | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Personele risico's | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | |
Projecten en strategische risico's |
2.302.000 |
2.302.000 |
2.302.000 |
2.302.000 |
|
Grondexploitaties | 5.773.474 | 5.773.474 | 5.773.474 | 5.773.474 | |
Milieu en bodemverontreiniging | 15.000 | 15.000 | 15.000 | 15.000 | |
Verbonden partijen | 1.667.624 | 1.917.624 | 2.167.624 | 2.417.624 | |
Reguliere risico's | 66.000 | 66.000 | 66.000 | 66.000 | |
Totaal incidenteel | |||||
Totaal risico's verbonden partijen | 9.909.099 | 10.159.099 | 10.409.099 | 10.659.099 | |
Totaal reëel financieel gevolg | 12.976.799 | 13.526.799 | 14.576.799 | 15.126.799 |
Financiële kengetallen
Ingevolge artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording (BBV) worden in deze paragraaf kengetallen opgenomen die inzicht geven in de financiële positie van onze gemeente.
De volgende financiële kengetallen worden hieronder weergegeven:
- Netto schuld quote (bezittingen / schulden)
- Solvabiliteitsratio (eigen vermogen / vreemd vermogen)
- Kengetal grondexploitatie (boekwaarde in- / nog niet in exploitatie gebruik genomen gronden / totale baten voor bestemming)
- Structurele exploitatieruimte (structurele baten – structurele lasten) / totale baten voor bestemming)
- Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishouden.
Verloop van de kengetallen | |||
Kengetallen: | Rekening 2024 | Begroting 2025 | Jaarrekening 2023 |
Netto schuldquote |
16,2% |
55,6% | 11,0% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen | 12,7% | 52,4% | 7,5% |
Solvabiliteitsratiorisico | 51,7% | 52,3% | 54,6% |
Structurele exploitatieruimte | 26,2% | -3,2% | 11,9% |
Grondexploitatie | 21,6% | 34,7% | 10,0% |
Belastingcapaciteit | 86% | 85% | 88% |
Toelichting kengetallen
Terug naar navigatie - Toelichting kengetallenNetto schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Voor de gemeente Nunspeet ligt dit rond de 16%. Een percentage boven de 100% geeft aan dat de schuldenlast hoger is dan de baten, waardoor het voldoen aan de betalingsverplichtingen een probleem kan worden. Het percentage is gestegen t.o.v. de jaarrekening 2023. De toename wordt o.a. veroorzaakt door de toename van de overlopende passiva.
Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen
Met deze berekening wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en wat dit betekent voor de schuldenlast. In hoeverre is de gemeente in staat haar schulden te voldoen. Bij een percentage van 60% of hoger is er reden om hier extra aandacht aan te besteden.
Solvabiliteitsratio
Deze ratio geeft inzicht in de mate waarin onze gemeente in staat is aan haar verplichtingen te voldoen. Wanneer dit percentage onder de 35% komt, is het aandeel van het eigen vermogen in het balanstotaal nog maar één derde. Dit is een signaal dat het moeilijk wordt om aan de verplichtingen te voldoen. Het percentage voor onze gemeente komt uiteindelijk in 2024 uit op 51,7% en is hiermee iets lager lager dan vorig jaar (54,6%). Dit is een gevolg van investeringen in infrastructurele projecten.
Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte onze gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Het percentage bedraagt voor onze gemeente 26,2%. De conclusie is dat het percentage is gestegen en voldoende is om een toename van de lasten op te vangen.
Grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale baten. Het percentage van 21,6% is hoger uitgekomen dan vorig jaar (10,0%). Hoe hoger het percentage, hoe groter het risico. Wanneer dit percentage boven de 100% uit komt, kan er aanleiding zijn om maatregelen te nemen.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in onze gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Het percentage in 2024 komt uit op 86% (vorig jaar 88%). De belastingdruk voor de inwoner is iets afgenomen.